Waarnemen bij natuurkunde
Bij Natuurkunde neem je alles waar. Dit thema ging het dan dus ook over waarnemen. Maar wat is waarnen nou en waar gebruik je het voor? Dit leg ik uit in het hoofdstuk "Informatie vooraf". In de rechter kalom staat nog mijn werkblad met mijn uitwerkingen en antwoorden. Veel plezier.
-Anouk-
Informatie vooraf
De verschillende soorten waarnemingen
1. Instrumentale waarnemingen:
Bij een instrumentale waarneming maak je gebruik van een instrument. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een snelheidsmeter die je helpt de snelheid waar te nemen.
2. Zintuigelijke waarnemingen:
Bij een zintuigelijke waarneming maak je gebruik van je zintuigen. Je geeft hier alleen aan wat je waarneemt met je zintuig. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld je ogen die vuur zien. Je ogen nemen dus waar dat er vuur is.
3. Theoretische geladen waarnemingen:
Bij een theoretisch geladen waarneming maak je gebruik van een theorie die je al eerder hebt geleerd. Je legt dus je waarneming uit aan de hand van een stukje theorie. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld als je zegt: "Ik zie de zwaartekracht werken."
4. Objectieve waarnemingen:
Bij een objectieve waarneming neem je iets waar zonder je mening te geven. Je stelt alleen de feiten vast. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het aantal appels in een zak. Iedereen die ze telt komt op het zelfde getal uit.
5. Subjectieve waarnemingen:
Bij een subjectieve waarneming geef je je mening. Het is dus het tegen over gestelde van een objectieve waarneming. Iedereen kan het over het zelfde hebben maar als ze een subjectieve waarneming vertellen, zullen de verhalen anders zijn. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld je mening over een kastje. De één zal bijvoorbeeld het kastje mooi vinden terwijl de ander hem lelijk vind.
Waarom is voor natuurkunde waarnemen zo belangrijk?
Alles om je heen is natuurkunde maar om dit te kunnen zien moet je waarnemen.
Als je waarneemt stel je dingen vast, meestal de feiten. Hiermee kan je weer dingen concluderen of oplossen en dat is eigenlijk precies wat je bij natuurkunde doet.
Bij natuurkunde probeer je ook dingen uit te zoeken. Hoe kan het bijvoorbeeld dat het beeld dat je ziet eigenlijk op zijn kop bij je ogen binnen komt? Om hier achter te komen moet je dingen gaan onderzoeken en tijdens die onderzoeken dingen waar nemen. Hierna kan je deze vraag oplossen omdat je de feiten hebt vast gesteld met behulp van dingen waarnemen.
Waarom is de manier van waarnemen zo belangrijk voor natuurkunde?
De twee manieren van waarnemen die we het vaakst doen zijn objectief en subjectief waarnemen. Zoals ik al in het begin heb uitgelecht, neem je je mening waar bij subjectief waarnemen en stel je de feiten vast bij objectief waarnemen.
Als we dan vanuit een natuurkundig oogpunt kijken merk je dat de manier van waarnemen heel belangrijk is omdat je bij natuurkunde niks aan je mening hebt, je wilt feiten vast stellen. Je wilt weten hoe iets zit of een eigenschap van iets vast willen stellen.
Bij natuurkunde stel je dus de feiten vast. Een voorbeeld hiervan is van iets de tempratuur meten. Je meet en houd je je aan wat de meter zegt. Als hierbij je mening telt, stel je de feiten niet meer vast en mag je dus ook niet dingen concluderen. We nemen opnieuw het voorbeeld van de tempratuur. Je kan zeggen: de meter geeft 30 graden aan maar ik vind het voelen als 100 graden! De tempratuur is dus 100 graden. Dit mag niet. Je stelt namelijk nu iets vast wat eigenlijk niet klopt. Iemand anders kan het weer voelen als 60 graden en daarom stel je geen feit vast. Dit is echter bij Natuurkunde wel belangrijk en daarom moet je alles objectief bekijken zodat je je alleen aan de feiten houd.
Gericht en ongericht waarnemen
Naast al die verschillende soorten waarnemingen, heb je ook nog gericht en ongericht waarnemen.
Als je gericht waarneemt, concentreer je je op wat je waarneemt. Als je ongericht waarneemt doe je dit niet. Je neemt het eigenlijk dus maar half waar.
Een voorbeeld is bijvoorbeeld als je met je vrienden zit te kletsen maar ondertussen een spelletje aan het doen bent. Je luistert half met de rest mee en neemt dus ongericht waar, je concentreert je half op het spelletje en half op het gesprek. Maar dan veranderd het onderwerp van het gesprek en opeens ben je geïnteresseerd. Je zet het spel op pauze en luistert geconcentreerd mee en mengt je misschien in het gesprek. Je bent dan dus gericht aan het waarnemen, je concentreert je volledig op het gesprek.
Werkblad 1 "Waarnemen" Beta
Opdracht 1,2 & 3 Vergroot de plaatjes door er op te klikken. Hier zijn de dingen die mij opvallen alleen opgedeelt, mijn reden staat er nog niet bij.
Opdracht 1,2 & 3 Vergroot de plaatjes door er op te klikken. Hier zijn de dingen die mij opvallen met mijn reden.
Opdracht 2
Schrijf 3 dingen op die je hebt gezien en die volgens jou te maken hebben met natuurkunde.
- Smelten
- Roken
- Branden
Opdracht 6
Natuurkunde is een vak waarin we de wereld willen beschrijven zoals die werkelijk in elkaar zit. Leg uit dat subjectieve waarnemingen niet binnen de natuurkunde thuishoren.
Bij natuurkunde stel je de feiten vast. Een voorbeeld hiervan is van iets de tempratuur meten. Je meet en houd je je aan wat de meter zegt. Als hierbij je mening telt, stel je de feiten niet meer vast en mag je dus ook niet dingen concluderen. We nemen opnieuw het voorbeeld van de tempratuur. Je kan zeggen: de meter geeft 30 graden aan maar ik vind het voelen als 100 graden! De tempratuur is dus 100 graden. Dit mag niet. Je stelt namelijk nu iets vast wat eigenlijk niet klopt. Iemand anders kan het weer voelen als 60 graden en daarom stel je geen feit vast. Dit is echter bij Natuurkunde wel belangrijk en daarom moet je alles objectief bekijken zodat je je alleen aan de feiten houd.
Een andere verdeling die je kunt maken bij het indelen van waarnemingen is dat je aan de ene kant ongerichte waarnemingen hebt en aan de andere kant gerichte waarnemingen. Een voorbeeld van een ongerichte waarnemingen is dat je, zonder dat je het merkt, luister hoeveel geluid er is. Pas als je merkt dat het geluidsniveau plotseling verandert, dan ga je van ongericht naar gericht waarnemen om te achterhalen wat er aan de hand is.
Opdracht 7
Leg uit wat een nadeel is en wat een voordeel is van ongericht waarnemen.
Een voordeel is dat je alles matig opneemt maar wel alles merkt. Het nadeel is, wat ik al zei, dat dit waarnamen allemaal matig is. Je concentreert je niet alleen op 1 ding maar op alles waardoor je niet 100% op led op 1 ding terwijl je als je gericht waarneemt, je van 1 ding alles onthoud, je concentreert je dus beter.
Opdracht 8
Leg uit of bij het eerste keer bekijken van het filmpje, of meer gericht, of meer ongericht hebt waargenomen.
Meer ongericht. Ik heb gewoon het filmpje bekeken. Toen ik daarna de opdracht las, heb ik het filmpje opnieuw gekeken. In de tweede keer keek ik gericht, ik keek alleen naar de informatie waar ik naar op zoek was.
Slot
Waarnemen gebruik je dus heel erg veel bij natuurkunde. Ik hoop dat je veel geleerd hebt!
-Anouk-
Bijlage, link naar proefjes werkblad:
Maak jouw eigen website met JouwWeb